Zelluf doen!

Zelluf doen!!

Peuters snappen het. En wij leren het ze af.

Ik had onlangs een toffe sessie met iemand. Op een vlak waar ik vaag wat verstand van heb. Aangezien alles zangles is in ’t leven, durfde ik het in ieder geval aan om eens te komen observeren en te vertellen wat ik zag. Ik werd daartoe gelukkig ook uitgenodigd, want de dame in kwestie wilde gewoon leren. Heerlijk als iemand zo open kan staan.

Op mijn vraag waarom ze iets op een bepaalde manier deed, vertelde ze dat iemand die er veel verstand van had, haar verteld had dat dat zo moest.

Een peuter zou snappen hoe op zoiets te reageren, maar wij, wijze volwassenen moeten soms aan de wijsheid van peuters herinnerd worden.

Mijn tegenvraag was: ‘hoe voelt het voor jou?’ -‘Niet fijn in mijn rug.’ -‘Zoek maar een houding op die voor jou wel fijn voelt’.

Met het veranderen van de houding naar lekker voelen, zag ik aan alle kanten ontspanning ontstaan.

Alles is zangles. Een zangdocent kan jou de beste technieken aanleren. Maar houd die peuter aanwezig! Zelluf doen! Ik heb in mijn leven evenveel goede dingen als totale onzin aangeleerd gekregen. Van zangdocenten die allemaal zeker wisten dat het goed was wat ze me probeerden te vertellen. Op muziekscholen en op het conservatorium. Gelukkig ben ik altijd al heel eigenwijs. Ik bepaal zelf wel of wat jij zegt dat goed voor mij is, ook echt werkt bij mij.

De laatste tijd heb ik behoorlijk intensief aan mezelf gewerkt met behulp van Universal Voice, het voormalige EVTS. Het is een grondige, fundamentele manier van naar zingen kijken en luisteren. Daarmee bedoel ik dat er echt gezocht wordt – en via oefeningen bepaald wordt – hoe jouw stembanden zich gedragen. Of in dit geval de mijne. En waar verbetering mogelijk zou zijn.

In de auto heb ik op dit moment de musical Elisabeth op staan. Meezingen en imiteren is vaak een fijne manier om uit te proberen wat je kunt. En toen ik – aardig wat jaren geleden – de cd kocht heb ik dat maar al teveel gedaan. Heerlijk! Nu trouwens weer, want al zou ik het willen, ik kan met geen mogelijkheid mijn klep houden als er wat te zingen valt. Mijn leerlingen kunnen hierover meepraten.

Pia Douwes is een zangeres die ongelofelijk veel kern in haar stem heeft. Ze snijdt met haar stem zo je trommelvliezen in en ik ken niemand die dat zo kan. Met een flinke dosis twang knalt ze de hoogste tonen er uit met een gemak waar ik U tegen zeg. En ineens viel er een kwartje. De techniek die ik onlangs leerde om te zorgen dat mijn stembanden zich weer wat beter sluiten, maakt ook dat ik heel musical klink. Gaaf om te kunnen. Maar.

Dat zet me weer terug naar mijn aloude basisvraag: wat WIL ik? Wat VOEL ik? Hoe WIL ik klinken? Alles is namelijk mogelijk. Als je maar luistert naar jezelf, naar wat je lichaam je zegt. Ik wil ALLES.

Natuurlijk blijf ik trainen om mijn stembanden in goede conditie te houden. Om de dreun die ze met de geboorte van de tweeling gehad hebben weer ongedaan te maken. Ik heb geleerd waar ik precies op moet letten en ik let daarop. Maar wat hoor je als je me hoort zingen met mijn band Equisa? (mocht je dat zelf willen bepalen, zoek dan op youtube ‘petra honing equisa’)

In de bijscholing Complete Vocal Technique had ik een lied van Equisa meegenomen. Joosje (Jochems) wees op het schema aan wat ik aan stemfuncties gebruikte tijdens het zingen en haar vinger vloog werkelijk over het schema.

Ik WIL alles, ik DOE alles en in veel van mijn songs, hoor je alles ook voorbij komen. Omdat het lekker voelt. En zing ik hetzelfde lied morgen, dan zing ik het weer anders. Om dat ik niet meer denk aan hoe het moet, maar doe wat ik voel.

Hoe irritant mijn peuter soms is, ze snapt de essentie.

Raar volk.

Mijn man is gitarist. Voor de mensen die het nog niet weten: hij heet Sebas, is goddelijk knap, ook lief, een geweldige vader. Ik ken hem al tien jaar en een beetje en we zijn al bijna tien jaar lang en gelukkig aan het leven, zoals onze 3-jarige dochter Sarah zegt. Maar ik ben als eerste verliefd geworden op zijn gitaarspel. Heavenly heette het liedje, een instrumentaaltje. En ik leerde het kennen toen ik overwoog zijn toenmalige band Galanor (het huidige Equisa) op auditie te vragen. Ze zochten een zangeres.

Gitaristen zijn doorgaans best leuke mensen. Ik zal even verduidelijken: op het conservatorium was het al duidelijk dat elk instrument een eigen karakter had. De term ‘strijkers zijn zeikers’ bijvoorbeeld. (euhm, ik heb daar natuurlijk absoluut geen mening over 😉 ) Maar de blazers waren de gezellige, ‘bier drinkende’ kletsers. Drummers zijn duizendpoten, ze lijken vaak van elk instrument wel wat te weten, wat heerlijk is in een band. Een drummer legt je tapijt en heb je een goede drummer die zich bewust is van de rest van de band, dan hoeft de rest eigenlijk maar half zijn best te doen, omdat de drummer zoveel draagt.

Gitaristen zijn echt anders dan bassisten. Meer voorop. Uitgesproken. En gitaristen zijn leuk. Ik zal dat ook even verduidelijken: ik ben zangeres. Zangeressen zeuren. Altijd maar excuses maken voor waarom ze op dat moment niet optimaal zullen presteren, om vervolgens de sterren van de hemel te zingen. En zich dan achteraf op de kop te slaan voor die drie scheve noten die ze – naast 3000 prachtige – gezongen hebben. Super kritisch. Naar zichzelf en elkaar. Ik merk het ook op fora. Vocalistengroepen op facebook bijvoorbeeld.

Geen vocalist is leuk en complimenteus naar een andere vocalist. Ik weet niet wat dat is. Als ik wel eens meekijk met Sebas op een vergelijkbaar gitaristenforum, dan zie ik het daar draaien om elkaar inspireren. Kicken op wat de ander weer uitgevogeld, of uitgeprobeerd heeft. Goede ideeën zijn daar wat het zijn: goede ideeën. Waar mensen enthousiast over zijn en mee aan de slag gaan en hier trots op zijn. Openlijk blij zijn dat ze weer wat van elkaar geleerd hebben. En Sebas is dan trots dat iemand zijn idee of gedachte tof vindt.

Dat inspireert en triggert elkaar om weer een stapje te groeien. Heerlijk toch?

Wat is het dan toch met die vocalisten dat dat niet gebeurt? Zo’n forum is een overzichtje van opmerkingen van mensen. Een overzicht van cursussen die collega’s geven. Heel soms iemand die iets persoonlijks op zanggebied deelt. Maar vooral nul interactie en vooral geen likes, hartjes en complimenten. Of erkenning. Wel regelmatig kritische noten. En dat met bijna 2000 leden!

Is het een concurrentieding? Zien wij – vocalisten en docenten – elkaar als concurrent? In plaats van inspirator? In mijn ogen kun je in ALLES wat je doet alleen maar jezelf zijn. Ik heb ook regelmatig geprobeerd iemand anders te zijn. De kosmos ondersteunt dat gewoon niet. En in die zin geloof ik ook niet in concurrentie. Mensen hebben les van mij, omdat ik ze weet te inspireren. Een trapje hoger qua zangtechniek, doordat mijn uitleg aanhaakt. Een stukje vrijer als persoon, omdat mijn visie op het leven uitnodigt tot vrij. Vertrouwen.

Omdat je nou eenmaal alleen maar jezelf kunt zijn en dus nooit bang hoeft te zijn. Want je bent jezelf. Vet tof en wat mij betreft alle reden om wel complimenteus te zijn! Zingen is het persoonlijkste wat je iemand kunt geven. Als je het om de juiste redenen doet (en omdat je manager veel geld aan je verdient en je een mega schadeclaim aan je broek krijgt als je niet al je concerten zingt, vind ik niet onder die noemer vallen) kun je het niet fout doen. Dan geef je een kadootje, wat niemand anders ooit zou kunnen geven!

Een nieuwe taal leren.

In de schoolbanken

Inmiddels al heel wat jaren geleden ontdekte ik Complete Vocal Technique. Na een cursus en zangles van verschillende CVT-docentenvolgens en het grondig bestuderen van het boek, snapte ik de taal en kon ik ermee werken. Het ‘reguliere’ jargon, wat vooral gebruik maakt van de latijnse en nederlandse namen voor delen van je lijf en specifiek het strottehoofd, was me ook bekend. Na de bijscholing van Joosje (Jochems) onlangs, was het me allemaal nog veel duidelijker.

In de lessen die ik zelf geef krijg ik te maken met blanco vocale blaadjes en reeds beschreven blaadjes. In beide gevallen is het belangrijk snel elkaars taal te snappen. Sommige mensen weten nog helemaal niks van wat ‘daarbinnen’ gebeurt en sommigen weten al best veel. Meestal weet ik redelijk snel woorden te kiezen die men snapt, zodat men snel merkt dat de gevraagde verandering ook verbetering brengt. Daarbij ben ik absoluut geen technische docente. De dingen die ik vraag zijn regelmatig via een omweg, omdat de gewenste klank bij veel van mijn leerlingen niet komt, vanwege andere issues dan zangtechnische. Faalangst is niet voor niks mijn hobby.

Vandaag zat ik aan de andere kant van de piano. Ik was ontzettend de leerlinge. Het vertalen van wat de docent zei naar taal die ik al wel ken en gebruik was echt teveel gedoe voor de situatie. Er werd enorm veel informatie aangeboden en de enige manier om deze te blijven volgen, was om echt met mijn hoofd bij het verhaal te blijven. En dus te proberen te snappen en verwerken wat er gezegd werd, in plaats van het te vertalen naar wat ik al wel weet.

Man, wat vind ik mijn leerlingen knap! Dat ze week in week uit, gewoon uitproberen wat ik ze probeer mee te geven. Dat ze mij zo vertrouwen dat ze het überhaupt proberen. En dat als ze het in deze week niet snappen, ze het volgende week gewoon verder proberen.

Vandaag kreeg ik een nieuwe taal te leren. Natuurlijk had ik mijn voorwerk gedaan en heb ik het boek en de voorbeelden bestudeerd. Ik dacht het te snappen. De workshop van vandaag had als titel ‘belten to the max’ en mensen die mijn band Equisa kennen, weten dat dat wel mijn ding is. Nou, vandaag was ik een beginner. Zoeentje die eerst het voorbeeld drie keer ‘fout’ volgt en dan pas snapt wat ze nou bedoelen. Gewoon omdat ik de taal nog niet zo goed spreek. Zoals mijn leerlingen, hun eerste lessen.

Even een kleine toelichting. Anderhalf jaar geleden is onze tweeling geboren. Tobi lag de hele zwangerschap dwars en bleef dat tijdens de bevalling doen, met als gevolg een spoedkeizersnee. Daarbij is een tube door mijn stembanden gegaan en die heeft waarschijnlijk wat teveel opgerekt in mijn strot, waardoor mijn stembanden niet optimaal meer sluiten.

Toen ik merkte dat ik eigenlijk niet meer mijn oude manier van zingen terug kreeg, wat voor mij inhield: de juiste toon en intentie denken en gas geven, heb ik hulp gezocht bij Alberto (Ter Doest). Hij legde heel snel de vinger op de zere plek en met wat oefeningen, kreeg ik al heel snel resultaat. Deze oefeningen waren er echt op gericht om alle manieren van compenseren – ik kan bijvoorbeeld erg goed krachtpatsen en door de toon ‘heen duwen’ – er weer uit te krijgen. Te starten met een optimale balans tussen ademstroom en ademdruk. (wil je precies weten hoe dat zit, kom dan gezellig even les hebben)

Deze dag was gericht op belten: hard en hoog zingen. In CVT doe je dat met overdrive en edge, waar veel twang bij komt kijken. Bij Universal Voice gebruik je voor de lagere stukken modus 1 en ergens rond een b’ (oude stijl) kom je in modus 2. Ook daar gebruik je veel twang, maar dat wordt dan weer niet zo genoemd. Bij CVT begin je ook in modus 1 en glij je naar modus 2, maar daar hebben ze het daar niet over. Taal dus 🙂 Wil je precies weten hoe dit allemaal zit, kom dan trouwens even wat les nemen.

Je gaat bij Universal Voice vooral aan de slag met oefeningen die je stembanden in de juiste positie zetten. Vervolgens plak je daar een klank aan vast en die ga je oefenen, om het zo ontspannen mogelijk voor elkaar te krijgen. Pas daarna ga je ermee op woorden zingen.

Er is in mijn geval geen enkele ruimte om te smokkelen. Elke compensatiemethode die ik mezelf eigen gemaakt heb, wordt meteen ontmaskerd. Helemaal terug naar de bron: mijn stembanden.

Ik heb me naakt gevoeld. We werkten in een groep, waar iedereen om beurten de gegeven oefening moest zingen. Ik heb gevoeld hoe mijn hartslag versnelde bij elke beurt die geweest was. ‘Nog drie mensen, nog twee, nog een, ik moet het wel goed doen, ik ben tenslotte zangdocente en ik zing al zo lang en heb al zoveel les gehad’…. Om het natuurlijk helemaal niet ‘perfect’ te doen. En zo de perfecte tips te krijgen voor mijn – op dit moment niet in perfecte staat zijnde – stembanden.

Dus: dankjewel voor het vertrouwen dat jullie in mij stellen, pupillen! Ik doe heel hard mijn best jullie te zien en horen en de beschikbare informatie op gebied van stembanden in jullie lessen te verwerken. Ik vind het eng om leerling te zijn. Ik realiseer me heel goed dat dat voor jullie ook eng is.