Raar volk.

Mijn man is gitarist. Voor de mensen die het nog niet weten: hij heet Sebas, is goddelijk knap, ook lief, een geweldige vader. Ik ken hem al tien jaar en een beetje en we zijn al bijna tien jaar lang en gelukkig aan het leven, zoals onze 3-jarige dochter Sarah zegt. Maar ik ben als eerste verliefd geworden op zijn gitaarspel. Heavenly heette het liedje, een instrumentaaltje. En ik leerde het kennen toen ik overwoog zijn toenmalige band Galanor (het huidige Equisa) op auditie te vragen. Ze zochten een zangeres.

Gitaristen zijn doorgaans best leuke mensen. Ik zal even verduidelijken: op het conservatorium was het al duidelijk dat elk instrument een eigen karakter had. De term ‘strijkers zijn zeikers’ bijvoorbeeld. (euhm, ik heb daar natuurlijk absoluut geen mening over 😉 ) Maar de blazers waren de gezellige, ‘bier drinkende’ kletsers. Drummers zijn duizendpoten, ze lijken vaak van elk instrument wel wat te weten, wat heerlijk is in een band. Een drummer legt je tapijt en heb je een goede drummer die zich bewust is van de rest van de band, dan hoeft de rest eigenlijk maar half zijn best te doen, omdat de drummer zoveel draagt.

Gitaristen zijn echt anders dan bassisten. Meer voorop. Uitgesproken. En gitaristen zijn leuk. Ik zal dat ook even verduidelijken: ik ben zangeres. Zangeressen zeuren. Altijd maar excuses maken voor waarom ze op dat moment niet optimaal zullen presteren, om vervolgens de sterren van de hemel te zingen. En zich dan achteraf op de kop te slaan voor die drie scheve noten die ze – naast 3000 prachtige – gezongen hebben. Super kritisch. Naar zichzelf en elkaar. Ik merk het ook op fora. Vocalistengroepen op facebook bijvoorbeeld.

Geen vocalist is leuk en complimenteus naar een andere vocalist. Ik weet niet wat dat is. Als ik wel eens meekijk met Sebas op een vergelijkbaar gitaristenforum, dan zie ik het daar draaien om elkaar inspireren. Kicken op wat de ander weer uitgevogeld, of uitgeprobeerd heeft. Goede ideeën zijn daar wat het zijn: goede ideeën. Waar mensen enthousiast over zijn en mee aan de slag gaan en hier trots op zijn. Openlijk blij zijn dat ze weer wat van elkaar geleerd hebben. En Sebas is dan trots dat iemand zijn idee of gedachte tof vindt.

Dat inspireert en triggert elkaar om weer een stapje te groeien. Heerlijk toch?

Wat is het dan toch met die vocalisten dat dat niet gebeurt? Zo’n forum is een overzichtje van opmerkingen van mensen. Een overzicht van cursussen die collega’s geven. Heel soms iemand die iets persoonlijks op zanggebied deelt. Maar vooral nul interactie en vooral geen likes, hartjes en complimenten. Of erkenning. Wel regelmatig kritische noten. En dat met bijna 2000 leden!

Is het een concurrentieding? Zien wij – vocalisten en docenten – elkaar als concurrent? In plaats van inspirator? In mijn ogen kun je in ALLES wat je doet alleen maar jezelf zijn. Ik heb ook regelmatig geprobeerd iemand anders te zijn. De kosmos ondersteunt dat gewoon niet. En in die zin geloof ik ook niet in concurrentie. Mensen hebben les van mij, omdat ik ze weet te inspireren. Een trapje hoger qua zangtechniek, doordat mijn uitleg aanhaakt. Een stukje vrijer als persoon, omdat mijn visie op het leven uitnodigt tot vrij. Vertrouwen.

Omdat je nou eenmaal alleen maar jezelf kunt zijn en dus nooit bang hoeft te zijn. Want je bent jezelf. Vet tof en wat mij betreft alle reden om wel complimenteus te zijn! Zingen is het persoonlijkste wat je iemand kunt geven. Als je het om de juiste redenen doet (en omdat je manager veel geld aan je verdient en je een mega schadeclaim aan je broek krijgt als je niet al je concerten zingt, vind ik niet onder die noemer vallen) kun je het niet fout doen. Dan geef je een kadootje, wat niemand anders ooit zou kunnen geven!