“Dat liedje”, ofwel: je leert niks.

Een van mijn jongere pupillen overwoog overstap naar een andere docente. De reden is dat ze bij mij niks leert, want we zijn de laatste tijd alleen maar met ‘dat liedje’ bezig geweest.

Ik zal me verduidelijken. ‘Dat liedje’ is een zelf geschreven song. Om zoiets tot stand te laten komen moeten enkele dingen gebeuren. De werkwijze is als volgt: mijn pupil moet eerst nadenken over wat voor lied het moet gaan worden en kiest drie voorbeeldliedjes uit. Doel daarvan is dat ik te weten kom wat mijn pupil mooi vindt. Er moet dus goed geluisterd worden. Wat voor instrumenten hoor je? Welke vind je mooi, wat zou je ook graag in je eigen song terug horen? Als er drie totaal verschillende liedjes gekozen worden, waar is dan de rode draad? Je leert dus ontzettend analytisch luisteren. Want je moet namelijk ook een vorm gaan kiezen voor je lied. Couplet, prechorus, refrein, bridge. A – B – A – B – C? Pure muziekanalyse. Benoemen wat je mooi vindt en met andere oren luisteren dan wanneer je meegalmt met dat lied wat je kent van de radio.

Dan moet je gaan besluiten waar je lied over gaat. Mijn tip is standaard om het niet te ver te zoeken. Om in je eigen belevenissen te zoeken wat je graag wil gebruiken om een lied te schrijven. Daar zijn hele bijzondere teksten uit voortgekomen, al vijf jaar op rij. Je leert woorden te geven aan wat je beleeft en voelt. Je leert prioriteit te geven aan wat je de belangrijkste boodschap vindt. Begrijpend lezen, maar dan vanuit jezelf. Veel jongeren willen hun song graag in het engels, dus het moet ook charmant vertaald worden. En een flow krijgen. Want niet zomaar alle woorden stromen lekker na elkaar. Daar moet je over nadenken en wederom prioriteit stellen aan wat jij belangrijk vindt. En luisteren en voelen wat jij mooi vindt.

Daarna moet je je tekst een melodie gaan geven en de gekozen woorden passend en wederom stromend gaan maken met de muziek. Je moet heel goed luisteren. Anticiperen, dus weten waar je uit gaat komen met je melodie en je woorden. Je moet je gekozen melodie onthouden en uitwerken. Want wat je vandaag mooi vindt, vind je volgende week misschien toch mooier met een net andere draai eraan. Je moet dynamiek aanbrengen in je song. Waar zing je harder, zachter, wat voor sfeer heeft welke passage en hoe maak je dat met je stem. Zangtechniek, helemaal op jouw verhaal afgestemd.

Opnemen is de volgende stap. En jezelf terughoren is een genadeloze reality-check. Je hoort wat je doet en wordt keihard geconfronteerd met het verschil tussen wat je dacht dat je deed en wat er werkelijk te horen is aan de buitenkant. Daar zit namelijk nogal een verschil in. Die microfoon geeft het precies weer zoals het is. Doordat je stembanden aan de binnenkant van je hoofd, vlakbij je oren zitten, hoor je gewoon niet hoe je voor anderen klinkt. Je leert ongelofelijk veel van het inzingen en ik zie mensen in een paar weken enorme stappen maken. Gewoon omdat ze kiezen om te klinken zoals ze willen klinken. Weten wat je wil is het allerbelangrijkste in het ontwikkelen van je eigen muzikale identiteit.

En toen alle songs af waren, hebben we met zijn allen gerepeteerd met de band erbij. Dat is nadat Sebas er een mooi arrangement van gemaakt heeft met instructies van de songwriter, mijn pupil. Die instructies zijn ontstaan na de voorbeeldjes met uitleg uit paragraaf 2 van dit blogje: naar aanleiding van het luisteren naar en analyseren van de voorbeeldsongs besluiten hoe het uiteindelijke resultaat mag gaan klinken. Dus welke instrumenten, geluiden, drumflow etc. er mogen zijn. Benoemen wat je perse niet wenst, hoort daar ook bij. Een van de aantekeningen bij een van de songs was: ‘mag NIET klinken als Adele of Sean Mendes.’ Duidelijke taal!

Tijdens de bandrepetitie ben je bezig met microfoontechniek. Communiceren met je band, wat weer een stap verder is dan communiceren met je zangdocente die achter de piano zit. Er zitten andere pupillen te luisteren, dus je leert ook van elkaar. En je hebt je eerste publiek voor het aanstaande concert al een keertje gehad. Je kent je lied uit je hoofd, zodat je ook ruimte hebt om bezig te zijn met wat voor jou goed voelt in zo’n band.

En dan de GROTE klapper: het concert. Het is pas over een paar dagen, maar ik weet nu al dat mensen ook daarvan weer een groeisprong maken! Je vertelt daar jouw persoonlijke verhaal. Jouw eigen lied. Je geeft een zielskadootje. En dat is heel bijzonder en hopelijk krijg ik dat gegeven ook binnen bij mijn leerlingen en hun ouders.

‘Dat liedje’ is voor heel veel van mijn leerlingen de afgelopen vijf jaar een enorme groeiperiode geweest. Je wordt je bewust van dingen die je anders niet op zouden vallen. Je moet keuzes maken waar je bij het zingen van andermans songs niet over na hoeft te denken. Je bent creatief, taalvaardig, muzikaal en qua ruimte innemen en jezelf durven laten zien en horen ongelofelijk druk bezig.

Als dat niet leerzaam is, dan ga ik graag door met dit nutteloze vak. Want ik geniet echt elke dag van het zien hoe mensen groeien. Jong en oud. Zangles hebben is zoooooveel meer dan aan je zangtechniek werken. Je werkt aan je hele zelf. Is dat nutteloos? Leer je dan niks?

Ik wil nog een tip meegeven aan alle ouders van kinderen op muziekles: communiceer! Heb je twijfels over de inhoud van de lessen, overleg eens met de docent. Als mijn dochter terug komt van school, krijg ik als antwoord op mijn vraag hoe het was: ‘heel leuk’ en dan gaat ze door met waar ze mee bezig is. Ja, ik kan daaruit concluderen dat ze niks leert op school. Maar ik kan ook even aan de leerkracht vragen hoe het gaat en wat er zoal gebeurt in een les.

Voor nu sluit ik af met hoe ongelofelijk trots ik ben op de vorderingen die gemaakt zijn met deze periode songwriting. Vooral ook omdat de verhalen die dit jaar voorbij zijn gekomen met de achtergronden erbij ongelofelijk bijzonder zijn. Wat maken mensen, jonger en ouder, toch veel mee en wat is het fantastisch om dat kwijt te kunnen in muziek!