Therapeuten hebben ook euvels. Geloof me. Meestal merk je dat niet, omdat ze zoveel weten van dat waar jij voor komt. Of heel goed kunnen doen alsof ze zoveel weten. Of heel goed kunnen doen alsof ze geen euvels hebben. De reden dat ik zoveel weet van faalangst en aanverwante angsten, is omdat ik er zelf meer last van gehad heb dan ik bij de gemiddelde cliënt tegenkom.
Ik heb twee weken geleden een paard gekocht. Gewoon omdat het er weer tijd voor was. Ik heb vier jaar geleden mijn paard Sjuul verkocht vanwege de zwangerschap van Saar en dat bleek een prima zet. Ik heb vier jaar niet paardgereden, of überhaupt gelegenheid gehad om paard te rijden met al die zwangerschappen. Elk jaar krijg ik van Sjuuls nieuwe mens een paar foto’s, waarop hij heel gelukkig kijkt. Ze is minstens zo dol op hem als ik en waar hij met ons andere paard echt niet graag in de wei stond, heeft hij nu een hele lieve vriendin van hetzelfde merk.
Toen ik een paar weken geleden besloot dat ik weer een paard wilde, was het eigenlijk zo gedaan. Ik wilde géén Fjord, want dat was Sjuul ook. En ik wilde géén merrie, want die hebben last van wisselende hormonen en dus humeurtjes. Geen zin in. Aangezien de kosmos het woord ‘niet’ niet in het vocabulaire heeft, heb ik nu dus een Fjordenmerrie. Lola. Liefde op het eerste gezicht. Ik kan niet anders zeggen.
Mijn ervaring met dat soort overhaaste beslissingen – ik ben geen tweede keer gaan kijken, ik heb maar kort in de rijbak op haar gereden en meteen besloten dat dat haar moest worden – is dat het je iets gaat leren.
Op de eerste buitenrit was het raak. Ze wil snel. Ik heb expres een ouwe sok van 23 jaar gekocht om op omawijze lekker in het bos te hobbelen en er is niks oma aan Lola. Ze is een jeugdige deerne, duidelijk héél blij om in het bos te mogen zijn en ze kijkt haar ogen uit. En wil heel snel naar die volgende bocht om te zien wat er te zien is.
O mijn hemel!
Ik had geen controle. Voor mijn gevoel dan. Want heel analytisch gekeken deed ze echt niks meer dan snel lopen en wat ongeduldig zijn. Ze schrok nergens van. Ze maakte geen rare bewegingen. Maar ze drukte mijn knoppen in. Die waarvan ik dacht dat ik ze al lang kwijt was. Onschadelijk gemaakt door lessen die ik al lang geleerd heb.
Ik voelde me machteloos. Zo machteloos dat ik afgestapt ben en het gevecht op de grond maar verder gevoerd heb. Want een paard is een spiegel. En Lola is een dame van respectabele paardenleeftijd die besloot dat als ik dan niet óverduidelijk de leider ging zijn, zij dat wel even zou doen. Concreet: zij wilde voorop lopen en wilde het liefst door mij heen. Ik heb letterlijk moeten vechten voor mijn plek. Ik heb met mijn staart gezwiept dat het een lieve lust was. En ik weet genoeg van paarden dat je je plek écht niet op kunt geven, want dan heb je een probleem. Ik heb dus de hele terugweg gevochten. En dat gevecht is in mijn hoofd gaan groeien tot het punt waarop ik mijn oude tactiek wilde inzetten: wegwezen!
Maar ik heb wel geleerd van vorige knopjes die ingedrukt zijn. Ik heb vooral ook heel veel geleerd van leerlingen en cliënten die bij mij komen met hetzelfde euvel.
Als mijn knopjes ingedrukt worden, kan ik dat ook gaan onderzoeken. Als mijn paard mijn spiegel is, kan ik misschien wel heel erg veel leren. En dingen leren is niet persé altijd leuk. Het is confronterend. En je wordt gedwongen eerlijk te zijn. Eerlijk zijn is het engste wat er is. En het bevrijdendste. Als je durft te zien wat er is, kun je gaan kiezen: hou ik dit, levert dit mij iets op? Of kies ik iets anders?
In mijn geval is vechten voor mijn plek een hele dikke rode draad in mijn leven. Ik ga deze knopjes vol goede moed onschadelijk maken, met hulp van mijn spiegel:
Lola.