Viavia kwam na mijn vorige blog het berichtje van mijn moeder: Het blog staat vol leugens en ik moet onderhand eens uit de rancune en de slachtofferrol.
Die vind ik het analyseren waard. Schrijf ik uit rancune? Voel ik me een slachtoffer?
Ik wil namelijk graag zuiver zijn. Zuiver qua intentie. Eerlijk over mijn motieven. Eerlijk over mijn beleving van zaken.
Eerlijk en zuiver zijn leverde mij als kind straf op. Dan was ik lastig. Ik las onlangs een artikeltje over ‘het strafbankje’. Dat als je een peuter op het strafbankje zet op de Nanny Jo manier, zo’n kind dat ervaart als fysieke pijn.
Ik mocht als ik te ‘lastig’ was gewoon niet meer komen. Soort strafbankje + Dan kon mijn moeder het even ‘niet aan’. Dan zat ik met Sinterklaas in mijn uppie thuis de mand kadootjes die ik dan wel kreeg uit te pakken. Mijn broertje was bij mijn moeder Sinterklaas aan het vieren.
Neem ik als ik dat benoem een slachtofferrol aan, of is het een constatering van het gegeven dat mijn moeder keihard strafte met de grootste straf die je een kind kunt geven: niet meer welkom zijn. En presenteer ik mezelf als slachtoffer als ik erken dat zo’n straf – die in mijn jeugd gangbaar was – een enorme stempel op je persoonlijkhed en capaciteit om je aan bijvoorbeeld je partner te hechten drukt?
Ik ervaar zelf het benoemen ervan uitsluitend als dat. Het benoemen en erkennen van dat stuk van jezelf. Als je zo opgroeit is het namelijk ook niet meer dan dat: gewoon jouw werkelijkheid. Daar vind je als kind helemaal niks van. Dat is gewoon zo.
Nog maar even geleden stond ik huilend voor Sebas te vertellen dat ik nu – na bijna elf jaar samen – eindelijk heel voorzichtig ga geloven dat hij me niet weg zal sturen. Ik heb tien jaar nodig om dingen te geloven.
Laten we voor de volledigheid eerst het fenomeen ‘waarheid’ eens onder de loep nemen: Als je een ongeluk ziet gebeuren mag je een verklaring afleggen. Het hele bijzondere is dat als er vijf getuigen zijn, er vijf verschillende verhalen zullen staan. Bij iedereen zullen andere details opvallen.
Tijdens het schrijven van dit blogje – waar ik alweer heilige huisjes omver haal – gaat vanzelfsprekend mijn moeders tegenwoord door mijn hoofd. Dat gaat vergezeld van een man van 120 kilo die op mijn borstkas staat. Ik laat ‘m staan tot hij door krijgt dat hij er niet meer hoeft te staan. Verschil met eerder – toen ik nog mijn mond hield uit angst voor de represailles – is dat ik inmiddels donders goed weet dat iedereen zijn eigen waarheid heeft.
Iedereen heeft afweermechanismes. Die van mij is wantrouwen en keihard van me afbijten. Het zet af en toe nog op. Goddank heb ik een man die me kent, die mij even hele droge feedback geeft over het patroontje waar ik af en toe in schiet als het leven me bij de strot grijpt. Voor de geïnteresseerden: last van, druk op, irritatie rond je strot heeft met je vijfde chakra te maken: het chakra dat staat voor communicatie, jouw waarheid durven en mogen spreken, zeggen wat je te zeggen hebt ZONDER represailles. Als je last hebt van je keel – op wat voor wijze ook – is de vraag die je jezelf kunt stellen: wat zou ik zeggen als ik in mijn boodschap totaal VRIJ zou zijn? Met niemand die iets vindt van wat ik zeg, maar het gewoon accepteert als MIJN waarheid.
Ik heb veel inzicht gekregen toen ik nog niet lang geleden bij een NLP-coach een karaktertest volgens het model van Reich deed. Het maakte wederom ‘echt’ dat ik niet in een veilige omgeving ben opgegroeid. Zonder oordeel, want ik zie mijn moeders kant van het geheel wel degelijk. Hier lees je er meer over.
Ik heb het niet nodig om mijn moeders waarheid te ontkennen om die van mij te laten bestaan. Zij stond aan de andere kant en ze zal me echt niet voor niks steeds weggestuurd hebben. Het is niet leuk als je steeds door je dochter op van alles gewezen wordt, waar je niet over na wil denken. Het is niet leuk als het leven bestaat uit angstige situaties die je dochter nog eens prima weet uit te vergroten.
Geef ik mijn ouders de schuld van mijn ‘slechte’ leven? Nee, ik denk oprecht van niet. Ik heb niet eens een slecht leven. En hoewel ik nu ten volste benoem dat ik beschadigd ben, betekent dat niet dat ik vol rancune zit, of mijn gram wil halen. Mijn vader heb ik nergens genoemd: ook hij is een bijzondere man. Die onlangs in een goed gesprek aangaf dat hij het niet handig heeft gedaan. Hij erkende mij. Hij erkende mijn pijn. En dat maakt alle verschil.
Ik wil aan iedereen in vergelijkbare situaties aangeven dat het belangrijk is voor je eigen plaatsing en verwerking van een onveilige jeugd, dat het benoemd wordt. Het bestaat. Zonder oordeel, of toewijzing van schuld. Je moet zelf de zooi opruimen, maar in mijn geval is dat heel best aan het lukken. En grijpen mijn spoken me onverhoopt wel rond de strot, dan kan ik inmiddels heel goed voelen wat het met me doet. Volgens mijn eigen formule uit het vorige blog. Voor mij werkt ‘ie. Pas ‘m aan naar eigen wens en neem je gevoelens en je pijn serieus, zodat je er wat mee kunt. Ontkennen is zinloos. Niemand heeft schuld aan zo’n verdrietige situatie, maar je hoeft jezelf niet te ontkennen uit loyaliteit naar je ouder(s). Jij bent echt, jouw beschadigde kant kan alleen helen als ‘ie gezien en verzorgd wordt. Hoe verzorg je je beschadigde kant?
Een mooie manier is dit: ga lekker zitten. Voel gewoon even wat je voelt. Welke delen van je lichaam voel je tegen de stoel of bank aan drukken? Voel je ergens spanning? Kun je door die spieren even aan te spannen wat meer ontspannen? Zo niet, ook prima. Alles is prima.
Doe je ogen dicht en zoek een situatie op waar je als kind bent. Gewoon wat het eerste in je opkomt. Ga in je huidige vorm naar dat kind toe en begin een gesprekje. Wat zou je dat kind voor raad geven? Stel dat jij voor even de ouderrol zou kunnen aannemen, wat heeft dat kind van jou nodig? Een knuffel, liefde, erkenning? Kun je je kind-zelf dat geven? Je hoeft daarvoor niks meer te doen dan het je voorstellen. Kun je aan je kind-zelf toegeven dat je tekort bent gekomen? En vertellen dat het allemaal goed zal komen, omdat je gaat leren hoe je zelf je tekorten aan kunt vullen? Zo krachtig ben je namelijk. Lees die zin nog eens. Jij bent krachtig.
Geef jezelf wanneer je weer terug komt in het nu een compliment: je bent er nog. Je leest dit, dus je bent bezig met helen. Je hebt alle reden om trots te zijn op jezelf, want je hebt aardig wat obstakels overwonnen!
En mam, dikke kans dat je ook dit leest: ga er eens voor zitten. Voel wat het lezen van dit blog met je doet en probeer daarin eens voorbij je boosheid te gaan. Voel hoeveel pijn het doet dat het zo gelopen is, want we missen allebei veel. Volg gewoon de stappen uit het vorige blog en heel jezelf. Zonder oordeel.